Slaapstoornissen
Er zijn drie groepen slaapstoornissen:
1) Dyssomnie: Gestoorde slaap.
Voorbeelden zijn:
- slapeloosheid (slecht in slaap komen of steeds wakker worden);
- slaapapneu (ademhalingsstoornis tijdens de slaap);
- narcolepsie (vaak wakker ’s nachts en slaapaanvallen overdag);
- restless legs (rusteloze benen tijdens de slaap);
- PLMD (schokkende bewegingen tijdens de slaap);
2) Parasomnie: Een probleem tijdens het slapen waar je niet wakker van wordt.
Voorbeelden zijn:
- nachtmerries;
- slaapwandelen;
- tanden knarsen;
- paniekaanvallen (pavor nocturnus);
- snurken.
3) Slaapstoornissen door een andere aandoening.
Voorbeelden zijn:
- depressie;
- dementie;
- voedselintolerantie
Ten slotte kunnen slaapstoornissen ook ontstaan door het gebruik van medicijnen, drugs of alcohol.
Slapeloosheid
Slapeloosheid komt vaak voor. Volgens onderzoek heeft ongeveer een derde van de Nederlandse volwassenen er wel eens last van.
Onder slapeloosheid vallen slaapproblemen als:
- Niet in slaap kunnen komen;
- vaak wakker worden;
- veel te vroeg wakker worden;
- onrustig dromen.
Soms komt slapeloosheid door een slaapstoornis. Maar meestal heeft iemand geen ziekte.
Slapeloosheid is een heel vervelend verschijnsel. Want mensen met slaapproblemen rusten niet goed uit. Ze zijn overdag moe, niet geconcentreerd en prikkelbaar. Slapeloosheid kan het dagelijks leven flink beïnvloeden.
Erg lastig aan slapeloosheid is dat het zichzelf in stand kan houden. Wie ervan overtuigd is dat hij niet kan slapen (“Zie je wel, ik kan weer niet slapen”), slaapt ook niet meer.
Maar er is wel veel aan slapeloosheid te doen. Probeer er om te beginnen geen drama van te maken (“Wat maakt het uit dat ik niet kan slapen? Slaap ik niet, dan rust ik toch?”). Slapeloosheid komt ook vaak door verkeerde gewoonten, zoals koffie drinken vlak voordat je naar bed gaat. Verkeerde gewoonten kun je afleren.
Soms kunnen mensen niet slapen door dat ze te veel gedachten hebben of aan het piekeren zijn. In dat geval kun je proberen om meer aandacht te geven aan bijvoorbeeld je ademhaling of je lichaam. Moeilijke rekenkundige sommen kunnen er voor zorgen dat je stopt met piekeren. Begin bijvoorbeeld met 900 en trek steeds 7 af.
Slaapapneu
Slaapapneu is een kleine pauze in de ademhaling tijdens de slaap. Die pauze duurt iets meer dan tien seconden. Sommige mensen met slaapapneu hebben minstens vijf keer per uur zo’n pauze. Deze mensen hebben ernstige slaapapneu.
Van lichte slaapapneu heb je weinig klachten. Je krijgt alleen klachten bij ernstige slaapapneu. Bij ernstige slaapapneu ben je ’s ochtends moe en benauwd. Dat komt omdat het zuurstofgehalte in je bloed is gedaald. Je kunt overdag aanvallen van extreme slaperigheid krijgen. Dit kan in rust gebeuren, bijvoorbeeld als je leest. Maar het kan ook gebeuren op momenten dat concentratie van (levens)belang is, bijvoorbeeld tijdens het autorijden.
Slaapapneu heeft verschillende oorzaken. De meeste mensen krijgen het doordat het zachte deel van hun gehemelte hun luchtweg blokkeert.
Met ernstige slaapapneu moet je naar de dokter. Van ernstige slaapapneu kunt je op den duur namelijk gevaarlijke klachten krijgen, zoals een onregelmatige hartslag, een hoge bloeddruk en een hartvergroting.
Narcolepsie
Narcolepsie is een zeldzame slaapstoornis. Mensen met narcolepsie zijn overdag heel slaperig, en vallen regelmatig zo maar in slaap. Het lukt dan echt niet om wakker te blijven. Dat kan op hele onhandige momenten of op gekke plaatsen gebeuren, bijvoorbeeld op de fiets of tijdens een gezellig gesprek.
Mensen met narcolepsie worden ineens slap bij bepaalde emoties. Zij zakken in elkaar of vallen om als zij bijvoorbeeld hard moeten lachen of heel boos zijn. Dit heet kataplexie.
De meeste mensen met narcolepsie slapen ’s nachts juist slecht. Zij worden regelmatig wakker en dromen vaak heftig. De slaperigheid overdag wordt daardoor alleen maar erger. Maar ook als zij goed slapen, blijven de slaapaanvallen overdag.
Narcolepsie heeft veel invloed op het dagelijks leven. De ziekte maakt het bijvoorbeeld moeilijk om een opleiding te volgen of te werken.
Restless Legs Syndroom
Mensen met restless legs syndroom (RLS) hebben een irritant, branderig gevoel in hun benen, meestal in de kuiten. Het gevoel is vaak het ergste wanneer je net in bed gaat liggen. Door de benen te bewegen voelen ze beter. Je kunt hierdoor moeilijk stilliggen of zitten.
Mensen met RLS hebben vaak ook periodic limb movement disorder (PLMD). Je armen en benen maken dan in je slaap schokkende bewegingen. Je wordt hier elke nacht meerdere keren wakker van.
Tienduizenden mensen in Nederland hebben RLS, vooral mensen van boven de vijftig jaar. Toch is RLS niet zo bekend. Een arts kan namelijk met onderzoeken niet zien of je RLS hebt.
Waarschijnlijk zit de oorzaak in de psyche. Ook komt RLS in sommige families vaker voor. RLS kan ook een onderdeel zijn van een andere ziekte, zoals de ziekte van Parkinson of diabetes. RLS kan verergeren door medicijnen, zwangerschap, bloedarmoede of vitaminetekorten.
PLMD (periodic limb movement disorder)
Bij periodic limb movement disorder (PLMD) maken je benen terwijl je slaapt opeens heftige, schokkende bewegingen. Dat gebeurt meerdere keren per nacht. Je schiet daarom steeds wakker en bent overdag vaak moe. Soms zelfs zo moe dat je in slaap valt. Bij sommige mensen maken ook de armen plotseling buigende en strekkende bewegingen terwijl zij slapen.
PLMD is een slaapstoornis. Artsen denken dat de oorzaak in de hersenen of in het ruggenmerg ligt. Het is dus geen spierziekte. PLMD gaat vaak samen met het restless legs syndroom (RLS). Boven de zestig jaar heeft ruim een derde van alle volwassenen PLMD of RLS.
Tanden knarsen
Bijna iedereen heeft wel eens last van tandenknarsen. Maar het wordt pas echt een probleem als je het vaak doet. Dan kunnen de tanden en kiezen verslijten of los gaan zitten. Kiezen kunnen zelfs doormidden breken. Je kunt ook ernstige pijn krijgen in je kauwspieren (TMD).
Niemand weet precies wat de oorzaak is van tandenknarsen. Het zou door stress kunnen komen. Maar er kunnen ook andere oorzaken zijn.
De meeste mensen merken niet dat ze tandenknarsen. Ze doen het in hun slaap. Pas als hun tanden en kiezen afslijten weten ze dat ze tandenknarsen. Of hun partner vertelt het omdat hij het ’s nachts hoort.
Hebt je last van tandenknartsen? Maak een afspraak bij je tandarts. Zij maakt een spalkje voor je. Dit is een kunstoffen vormpje voor over je boventanden. Jedraagt het ’s nachts. Het is niet zeker of je hierdoor minder gaan knarsen, maar de spalk zorgt er wel voor dat je gebit er minder onder te lijden heeft.
Snurken
Waarom snurkt de ene persoon wel en de andere niet?
- Slapen op de rug. Het zachte gehemelte, de huig en de tong zakken dan naar achteren.
- Alcohol of bepaalde medicijnen. Hierdoor verslappen de spieren van de tong en de keel.
- Overgewicht. Bij mensen met overgewicht zijn de wanden van de keel dikker.
- Een verstopte neus (verkoudheid).
- Roken. Hierdoor kunnen de slijmvliezen in de keel dikker worden
Bij kinderen komt snurken soms door een grote keel- of neusamandel.