Dissociatieve Stoornissen

Dissociatie wil zeggen dat iemand even in gedachten ‘afwezig’ is. U hebt bijvoorbeeld autogereden, maar herinnert u weinig van de rit. Dat komt omdat uw gedachten ergens anders waren. Deze dissociaties zijn heel normaal. Ieder mens heeft er wel eens last van. Ze hebben geen invloed op het normale leven.
Het wordt pas een probleem als dissociatie lang duurt of steeds terugkomt. Dan is er waarschijnlijk sprake van een dissociatieve stoornis.

  • De volgende ervaringen kunnen leiden tot dissociatieve stoornissen:
  • Het misbruik, de mishandeling en verwaarlozing is ernstig en herhaaldelijk en vindt plaats over een langdurige periode;
  • Het misbruikte kind heeft een verhoogd natuurlijk vermogen tot dissociëren;
  • Het kind is niet opgevangen of getroost door volwassenen na misbruik, mishandeling of verwaarlozing, terwijl het nog niet emotioneel zelfredzaam is.

Dissociatieve stoornissen zijn er in een aantal soorten:

Depersonalisatiestoornis

Bij depersonalisatiestoornis heeft iemand het gevoel buiten zijn eigen lichaam of zijn eigen gedachten te staan. Ze zien zichzelf van een afstand. Ze voelen zich als een robot, levend in een wereld die niet echt is. Sommigen ervaren hierbij nog een lichamelijke vervreemding. Het voelt alsof hun lichaam of een deel ervan een andere vorm heeft.

 

Dissociatieve identiteitsstoornis

Iemand met dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) bestaat uit meer persoonlijkheden. Meestal zijn het er twee maar het kunnen er ook meer zijn. Deze persoonlijkheden, identiteiten of alters hebben een eigen karakter en verleden en vaak ook een eigen naam. Meestal zijn ze niet van elkaars bestaan op de hoogte. Maar het komt ook voor dat ze elkaar gedeeltelijk kennen. Meestal strijden ze met elkaar.

Enkele voorbeelden van DIS:

  • Een kind dat veiligheid bij andere mensen zoekt. Een stoere, zelfverzekerde jongen die niet bang is voor anderen.
  • Een dominante persoonlijkheid, een onderdanige karakter.

Deze persoonlijkheden wisselen elkaar regelmatig af.

De persoon met DIS merkt zelf niet dat zij/hij uit verschillende persoonlijkheden bestaat. Wel merkt zij/hij dat er gaten in het geheugen zijn. Daarnaast heeft iemand met DIS nog andere verschijnselen, zoals slaapstoornissen, fugues, paniekaanvallen en hallucinaties. Ook zelfverwonding komt veel voor. DIS is een ernstige aandoening.

De meeste mensen met DIS zoeken op een gegeven moment hulp. De redenen hiervoor lopen uiteen, maar je kunt denken aan klachten zoals :

  • Je bent blokken tijd kwijt (amnesie).
  • Je registreert je eigen gedrag als een automaat, ziet jezelf van een afstand, ervaart jezelf als niet eigen (depersonalisatie).
  • Soms neem je de omgeving of goede bekenden of familieleden vaag waar of herken je ze niet: je ‘herkent’ wel maar ze zijn maar betekenisloos (derealisatie).
  • Herbelevingen van traumatische ervaringen.
  • ]e hebt het gevoel dat er nog andere personen in je zitten en dat je daar geen controle over hebt.

Dissociatieve amnesie

Iemand met dissociatieve amnesie heeft geheugenverlies voor een of meer gebeurtenissen in zijn leven. Hij kan zich die gebeurtenissen totaal niet meer herinneren. Het gaat om heftige traumatische gebeurtenissen, zoals een ongeluk, een beroving, een verkrachting of een natuurramp. Het kunnen recente gebeurtenissen maar ook gebeurtenissen van lang geleden zijn. De persoon heeft last van dit geheugenverlies. De stoornis kan ook optreden als een persoon een sterk schuldgevoel heeft.

Dissociatieve fugue

Ook wel dissociatieve vlucht. De aandoening werd vroeger psychogene fugue genoemd.
Bij dissociatieve fugue gaat iemand plotseling weg van huis of werkplek zonder dit te zeggen. Hij is uren of dagen onvindbaar. Als hij weer terug is kan hij zich niets van zijn vlucht herinneren.

Kenmerkend voor de aandoening is dat de persoon problemen met de identiteit ondervindt en probeert weg te lopen (geestelijk of fysiek) voor een dreiging. Een patiënt kan op de vlucht slaan, soms naar een heel andere regio, of een andere identiteit aannemen. Vaak is een verbaasde gelaatsuitdrukking een symptoom. Het vluchtgedrag wordt meestal veroorzaakt door een trauma of stress. De aandoening kan ontstaan als de patiënt wordt geconfronteerd met woede van anderen, bedreigingen van zijn eigenwaarde en bedreigingen van zijn normale impulsbeheersing. Net als bij dissociatieve amnesie treedt geheugenverlies op. Bij dissociatieve fugue is de patiënt zich er echter niet van bewust dat hij gaten in het geheugen heeft.