Angststoornissen

Bang zijn we allemaal wel eens. En dat is maar goed ook, want daardoor reageren we op naderend gevaar, zoals een brand of overstroming. Maar sommige mensen zijn bang zonder reden. Het zweet breekt hen uit bij de gedachte dat ze voor een groep moeten spreken. Of ze gaan vanwege hun angst alles buitensporig controleren. Bijvoorbeeld of het gas uit is elke keer wanneer ze hun huis verlaten. Iemand met een angststoornis gaat vaak doodgewone situaties vermijden die hij met de angst in verband brengt. Die vermijding gaat steeds meer zijn leven bepalen, terwijl de angst er niet door afneemt. Zo iemand heeft een angststoornis.

Verschillende angststoornissen

Een angststoornis begint vaak na een ingrijpende levensgebeurtenis, zoals een ernstige ziekte, een sterfgeval, verhuizing of ontslag. Ook iemands persoonlijke eigenschappen zijn van invloed, zoals: slecht voor jezelf opkomen, moeilijk gevoelens kunnen uiten en de neiging hebben probleemsituaties en conflicten uit de weg te gaan. Bijna 20 procent van alle Nederlanders heeft in zijn leven ooit last van een vorm van een angststoornis. Dit is maar liefst 1 op de 5 mensen. Onder hen zijn meer vrouwen dan mannen. Het gaat hierbij om serieuze klachten, die de kwaliteit van het leven ernstig aantasten.
Er zijn Verschillende soorten angststoornissen: Paniekstoornis, Dwangstoornis, Gegeneraliseerde angststoornis, Fobieën, Enkelvoudige fobieën, Hypochondrie, Sociale fobie, Straatvrees en Pleinvrees

Paniekstoornis

Mensen met een paniekstoornis kunnen op volkomen onverwachte momenten overvallen worden door grote angst. Ze hebben dan het gevoel de controle over zichzelf te verliezen. De gewaarwording flauw te vallen, dood te gaan of gek te worden is overweldigend. De plotselinge paniek gaat gepaard met angstaanjagende lichamelijke verschijnselen zoals zweten, trillen en snakken naar adem. Ook hartkloppingen, koude rillingen, pijn op de borst, een droge mond en misselijkheid zijn kenmerken van een paniekaanval. Deze verschijnselen versterken de angstgevoelens. Er is sprake van een paniekstoornis als de angst voor paniekaanvallen het leven gaat beheersen. Bij veel mensen gaat een paniekstoornis samen met straatvrees of pleinvrees.
Het is logisch dat iemand na paniekaanvallen probeert om angstaanjagende situaties te vermijden. Dit heet een paniekstoornis met agorafobie. Een paniekstoornis komt ook vaak tegelijk voor met een depressie.

Dwangstoornis

Een andere naam voor dwangstoornis is obsessief-compulsieve stoornis (OCS).Nauw verwant aan angststoornissen zijn dwangstoornissen. Waar andere mensen met een angststoornis proberen om hun angst te overwinnen door bepaalde situaties te vermijden, proberen mensen met een dwangstoornis hun angst juist de baas te blijven door dwanghandelingen uit te voeren. Iemand met een dwangstoornis herhaalt steeds bepaalde handelingen en gedachten, zoals handen wassen, of alle gele stoeptegels tellen, desnoods honderd keer op een dag. De dwanghandelingen en dwanggedachten moeten bescherming bieden tegen een enorme angst en het gevoel dat er iets vreselijks gaat gebeuren.

Gegeneraliseerde angststoornis

Iemand met een gegeneraliseerde angststoornis (piekerstoornis) maakt zich langere tijd ernstig zorgen over zaken die horen bij het dagelijks leven, zoals geld en gezondheid, terwijl in zijn leven objectief gezien alles goed gaat. Zo iemand heeft bange voorgevoelens, gaat piekeren, wordt somber en overbezorgd en kan zich gejaagd en rusteloos gaan voelen.

Scheidingsangst

Scheidingsangst is angst om verlaten te worden. Het is een normaal verschijnsel bij jonge kinderen. Ieder kind tussen de acht maanden en drie jaar heeft last van scheidingsangst. Het hoort bij het opgroeien.Het wordt een probleem als een kind dat ouder is dan drie jaar nog steeds heel bang is om alleen gelaten te worden. Dan kan het kind een scheidingsangststoornis hebben. De scheidingsangst is nu niet normaal. Een scheidingsangststoornis heet ook wel een separatieangststoornis. Kinderen met deze stoornis krijgen paniekaanvallen bij het idee gescheiden te worden van de ouders.

Fobieën

Een fobie is een gerichte angst voor bepaalde dingen, dieren of situaties. Die angst kan gepaard gaan met heftige lichamelijke verschijnselen en paniekgevoelens. De persoon weet meestal goed dat zijn angst niet reëel is, maar de angst wint het van het gezonde verstand. Fobische mensen gaan de situaties uit de weg waarin ze de angst hebben meegemaakt of waarin ze vrezen de angst te zullen voelen. Daardoor worden ze belemmerd in hun dagelijks functioneren.
Mensen met een fobie hebben ook vaak last van verwachtingsangst: alleen al bij de gedachte dat ze in een beangstigende situatie zullen komen, krijgen ze last van angstgevoelens.
Er zijn verschillende soorten fobieën, die hieronder kort aan bod komen.

Enkelvoudige fobieën

Iemand met een enkelvoudige fobie heeft een buitengewone angst voor één bepaald ding, dier of situatie. Bekende fobieën zijn: hoogtevrees, vliegangst, claustrofobie, angst voor de tandarts of voor spinnen of muizen.

Hypochondrie

Iemand met hypochondrie (ziektevrees) is bang een ernstige ziekte onder de leden te hebben, ook al kunnen artsen geen enkele afwijking vinden. Veelvuldig, uitgebreid lichamelijk onderzoek in het ziekenhuis helpt niet. De angst dat het dan wel een hele zeldzame ziekte is wordt er eerder door versterkt.

Sociale fobie

Angst om mensen te ontmoeten, te telefoneren, in het openbaar te spreken, te blozen of in een restaurant te eten. Mensen met een sociale fobie zijn bang in situaties met andere mensen. Ze gaan dan blozen, zweten, trillen en krijgen hartkloppingen en spiertrekkingen.Iemand met een sociale fobie is vooral bang dat hij zich belachelijk maakt in de ogen van anderen, door iets stoms te zeggen of bijvoorbeeld te knoeien. Ook willen mensen met een sociale fobie niet in het middelpunt van de belangstelling staan. Ze zijn bang om kritisch beoordeeld te worden.
Een sociale fobie lijkt op verlegenheid, maar is sterker. Mensen met een sociale fobie vermijden angstige situaties of ‘overleven’ ze met intense angst. Moeilijkheden op het werk en soms zelfs in de vriendenkring kunnen het gevolg zijn.

Straatvrees

Straatvrees wordt ook wel agorafobie of pleinvrees genoemd. Iemand met straatvrees is bang voor plaatsen waar hij niet gemakkelijk weg kan komen en vreest geen hulp te krijgen als hem plotseling iets overkomt. Op straat of in grote drukke ruimtes voelt zo iemand zich weerloos en doodsbang. Hij kan dan door paniek worden overvallen. Maar straatvrees kan ook optreden zonder angstaanvallen. Mensen met straatvrees durven bijvoorbeeld niet alleen niet op straat te komen, maar ook niet naar een bioscoop te gaan, of met de bus of trein te reizen.

Pleinvrees

Een rij voor de kassa, een groot plein oversteken, een drukke trein in, naar de bioscoop, een tunnel in… Deze situaties zijn heel bedreigend voor iemand die pleinvrees heeft. Mensen met pleinvrees vinden dit soort publieke plaatsen vervelend omdat ze er moeilijk kunnen vluchten. Ze zijn bang dat ze er een paniekaanval krijgen en dat niemand dan kan helpen. Daarom vermijden ze dit soort plekken het liefst.Komt iemand met pleinvrees toch in zo’n gevreesde situatie, dan raakt hij in paniek. Het zweet breekt hem uit, hij krijgt het benauwd, heeft hartkloppingen en is bang om dood te gaan.
Mensen met pleinvrees hebben dus meestal ook een paniekstoornis.