Mentaal beperkt en geblokkeerd

Ons brein is een complex systeem. Vanuit onze prille jeugd verzamelt het brein informatie door gebeurtenissen en

Mentaalervaringen en slaat deze op. Zo herinneren we ons bijvoorbeeld een hap in een citroen. Wanneer een ervaring minder prettig is, waarschuwt ons brein om een herhaling te voorkomen. Als een citroen bijvoorbeeld destijds te zuur was, helpt een gedachte ons te voorkomen dat we weer een hap in een citroen nemen.

Een gedeelte van ons brein regelt het overlevingsmechanisme. Als er bijvoorbeeld een gevaarte nadert zorgen we dat we uit de weg gaan. Als we bijvoorbeeld autorijden of fietsen regelt dit brein onze veiligheid. Dit brein werkt onbewust en hierbij hoeven we niet na te denken.

Onze gedachten worden beïnvloed door onze gevoelens en fysieke lichaam en omgekeerd. Wanneer we een negatief gevoel hebben laten we onze schouders hangen, kijken naar beneden en hebben we negatieve gedachten.

Onvolledig verwerkte traumatische gebeurtenissen kunnen allerlei beperkende overtuigingen creëren zoals bijvoorbeeld “het is niet veilig om ‘s avonds over straat te lopen want dan wordt je overvallen”. Deze beperkende overtuigingen kunnen diep in je onbewuste zijn verankerd. Sommige mensen worden angstig als het donker is of krijgen nare gedachten of angsten als ze een ambulance horen.

Jeugdtrauma’s kunnen oorzaak zijn van diepe beperkende overtuigingen zoals:

  • Ik ben niet gewenst.
  • Ik ben slecht.
  • Ik ben waardeloos.
  • Ik ben het niet waard.
  • Het is mijn schuld dat….
  • Ik kom altijd op de tweede plaats.
  • Ik had een jongen/meisje moeten zijn.
  • Jongens zijn belangrijker.
  • Als je fouten maakt, word je uitgelachen.
  • Kinderen die vragen worden overgeslagen.
  • Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg.