7 patronen waarvan je niet gelukkig wordt!

7 Patronen waarvan je niet gelukkig wordt!

 

Je kunt niet gelukkig worden!
Wel stoppen met jezelf ongelukkig te maken.

 

Geluk is je natuurlijke staat van zijn.

Geluk is je natuurlijke oorsprong. Kijk eens naar baby’s en peutertjes. Onafhankelijk van de omstandigheden zijn kleine kinderen van nature gelukkig.

Naarmate kinderen ouder worden, raken de meeste van hen het geluk kwijt. Onbewust leren en kopiëren ze beperkend gedrag van hun opvoeders, familie, leraren, vriendjes en vriendinnetjes, Gedrag waarmee ze zichzelf ongelukkig maken. Naar mate een kind ouder wordt, krijgt deze steeds meer beperkende gedragspatronen.

Naast beperkend gedrag, maken kinderen allen vervelende gebeurtenissen en situaties mee. Tijdens deze gebeurtenissen ontstaan emotionele blokkades, misvattingen en beperkende overtuigingen. De emotionele blokkades, misvattingen en beperkende overtuigingen versterken en vermeerderen destructieve gedragspatronen.

De beperkende gedragspatronen gaan deel uitmaken van de tweede natuur van het kind. Onbewust wordt het kind geconditioneerd met zelfdestructieve patronen waarmee het zichzelf ongelukkig maakt. Als het kind volwassen is, zijn de meeste destructieve patronen nog steeds actief.

Er bestaan 1001 manieren waarmee we onszelf ongelukkig maken.

Hieronder de top 7 van destructieve gedragspatronen.

 

1) Het stom van jezelf vinden als je een fout hebt gemaakt.

Je laat iets kapot vallen, verliest je portemonnee, zegt iets onhandigs of doet iets verkeerds.

Als je ergens aan begint, doe je dat met een positieve intentie. Je doet de dingen niet expres fout of verkeerd. Pas achteraf als het resultaat bekend is, ontdek je dat je het beter anders had kunnen doen. Dat had je van tevoren nooit kunnen weten. Het is dus nooit een fout maar een leermoment.

Je maakt geen fouten, maar ontdekt achteraf dat je het anders aan had kunnen pakken.
Als je het stom van jezelf vindt dat je een fout hebt gemaakt, verneder je jezelf en haal je jezelf omlaag. Je voelt je vervolgens gefrustreerd, afgewezen, gekleineerd of minderwaardig.
In plaats van jezelf af te keuren en te vernederen, kun je een fout beter zien als een leermoment.
Als je een fout maakt, focus je dan op wat je te leren hebt.

Wijs jezelf niet af, maar zoek uit wat je de volgende keer anders kunt doen.

 

2) Iets negatiefs van jezelf vinden of benoemen.

Vele mensen hebben de neiging om iets negatiefs over zichzelf af te roepen. Ze doen dit in gedachten of hardop tegen een ander.

Ze hebben uitspraken zoals:

  • Wat dom van me.
  • Ik ben waardeloos.
  • Wat ben ik toch onhandig
  • Ik ben niet echt knap.
  • Wat slecht van me.
  • Ik ben altijd te laat
  • Wat ben ik toch een sloddervos.
  • Ik ben te dik.
  • Niemand zit op mij te wachten.

Op het moment dat je iets negatiefs van jezelf vindt en dit benoemt, haal je jezelf omlaag. Je wordt er beslist niet gelukkiger van.

Beëindig elke negatieve uitspraak zodra je deze bij jezelf ontdekt!

 

3) Bedenken wat een ander van je vindt.

Bedenken wat een ander van je vindt, hoeft niet destructief te zijn. Het is positief als je denkt dat de ander je lief, aardig, knap en geweldig vindt. Helaas denk je meestal anders. Je denkt dat de ander negatief over je is. Je denkt dat de ander je dom, arrogant, sloom, ongezellig of onaardig vindt.

Als je denkt dat de andere je dom vindt, dan heeft dat hetzelfde effect als dat je voor de spiegel gaat staan en tegen jezelf zegt dat je dom bent. Het helpt je beslist niet om dat te doen. Het maakt je negatiever en hiermee jezelf ongelukkiger. Bovendien kun je nooit weten wat een ander van je vindt. Het heeft geen enkele nut om voor anderen te denken.

Stop met denken wat een ander van je vindt.

Beëindig dergelijke gedachten zodra je het opvalt.

 

4) Boos op jezelf zijn.

Als je een grote fout maakt, kan het zijn dat je heel erg boos op jezelf bent. Sommige mensen zijn zelfs zo boos dat ze zichzelf op dat moment haten.
Boos op jezelf zijn is heel erg destructief. De ene kant van jezelf is boos en een andere kant gaat diep gebukt onder de boosheid. Nadien blijf je meestal gekleineerd en machteloos achter.
Raak je boosheid zo snel mogelijk kwijt. Gil in een kussen, stamp op de grond. Uit je boosheid. Besef daarna dat je niets verkeerds of foutiefs hebt gedaan.
Onder jouw boosheid zit vaak een diepe pijn verstopt. Beëindig de boosheid door je aandacht naar deze pijn te verschuiven en voel wat zo pijnlijk is.

 

5) Jezelf de schuld geven.

Op het moment dat je jezelf de schuld geeft, betitel je jezelf als een slecht mens. Je bent geen slecht mens. Wat er ook gebeurd is of wat je ook hebt gedaan, je hebt het niet expres gedaan. Fouten maken doe je nooit expres, anders zou je de fout wel voorkomen. Om een fout hoef je je nooit schuldig te voelen.

Het kan zijn dat je je wellicht hebt laten verleiden, bent vreemdgegaan of financieel in de moeilijkheden bent gekomen door risico’s te nemen. Besef dat elke verleiding onbewust een oplossing voor een pijnlijk verlangen is. Je hebt jezelf toegestaan deze vervulling te ervaren en hiermee het pijnlijk verlangen te sussen. Je besefte van te voren niet dat je hiermee in de problemen zou komen. Je dacht er goed aan te doen. Het is verglijkbaar met honger stillen en vervolgens iets verkeerds eten. De honger moet gestild worden maar achteraf krijg je buikpijn.
Je voelt je schuldig omdat je denkt dat je de ander pijn hebt aangedaan. Pijn waarvan jij weet hoe pijnlijk dit is. Het is pijn die je jezelf nog niet verwerkt hebt. Het is deze pijn die je de ander niet gunt. Je projecteert deze pijn op de ander.

Stop met jezelf de schuld te geven!

Zoek uit hoe het patroon van schuldgevoel werkt. Verschuif de aandacht van schuldgevoel naar de herkenning van jouw pijn.

Heb jij last van schuldgevoel?

Ontvang 7 tips tegen schuldgevoel

6) Moeten

Het is onbeschrijfelijk hoe vaak mensen het werkwoord ‘moeten’ gebruiken. Moeten zit diep in onze cultuur en taalgebruik ingesleten. Op het moment dat je het woordje ‘moet’ gebruikt zit daar een energie van dwang aan gekoppeld. Onbewust dwing je jezelf om dingen te doen. Moeten geeft stress. Als je iets moet doen, doe je dat meestal niet met plezier.
Ik moet is anders dan ik wil, ík mag, ik kan of ik heb de keuze.

Stop met moeten!

Telkens als je het woordje moet gebruikt verander dit dan in ik wil graag, ik mag, ik kan of ik heb de keuze om. Kies vervangende woorden die voor jou het meest liefdevol zijn.

Ik moet stoppen met moeten helpt natuurlijk ook niet!

7) Klagen en roddelen

Klagen en roddelen doe je alleen als je gelijktijdig een vervelend gevoel ervaart. Je klaagt en roddelt niet als je positief en opgewekt bent. Een naar gevoel wil geuit worden, daardoor klaag en roddel je.

Als je klaagt of roddelt ben je wellicht verdrietig, boos, geïrriteerd of jaloers. In feite heb je diep vanbinnen aandacht nodig voor deze gevoelens. Meestal ben je hier jezelf niet bewust van. Doordat anderen naar je geklaag en je roddels luisteren, krijg je aandacht. Dit voelt iets beter en verzacht de pijn. Helaas helpt deze manier van aandacht trekken meestal niet voldoende om de onderliggende pijn op te lossen. Integendeel, klagen en roddelen maakt je meestal nog negatiever en ongelukkiger.

Stop met roddelen en klagen!

Verschuif liever de aandacht naar je gevoel. Jouw gevoel heeft liefdevolle aandacht nodig. Het is als een kind wat om jouw aandacht vraagt. Geef het de aandacht en jouw drang naar roddelen en klagen zal verdwijnen.
Als je wilt weten hoe je je gevoel op een liefdevolle manier aandacht kunt geven, raad ik je aan om het e-book ‘voel je goed gids’ aan te schaffen.

Voel je goed gids: De handleiding om je goed te voelen.

Het beschrijft uitgebreid hoe je een naar gevoel kan troosten en transformeren.

Komt een van de bovenstaande patronen je bekend voor?

Maak er geen probleem van! Wees jezelf er van nu af aan bewust van dat ze allen erg destructief zijn en jou ongelukkiger maken. Telkens als je merkt dat een van de gedragspatronen actief is, kun je deze beëindigen. Doe dit op een liefdevolle manier.

Wijs jezelf niet af als je ontdekt dat je de patronen toepast!

Hiermee vererger je de situatie. Waardeer dat deze patronen je opvallen. Geef jezelf steeds waardering als je een beperkend patroon ontdekt en neem je voor om een andere strategie toe te passen.
Het is haast onmogelijk om deze patronen in één keer te beëindigen. Dat komt omdat je jarenlang geconditioneerd bent.

De brandstof van elk van de 7 patronen is een naar gevoel.

De patronen hebben de schijn een naar gevoel te voorkomen. In werkelijkheid maken ze het nare gevoel erger. Als je je goed voelt heb je meestal geen last van deze patronen. Dit gebeurt alleen bij nare gevoelens.

Wat je het beste kunt doen met nare gevoelens en destructieve gedragspatronen leer je uitgebreid in de cursus ‘leer omgaan met afwijzingen’.

Ik kan je deze cursus zeer sterk aanbevelen.

Online cursus. Leer omgaan met afwijzing (30 modules).

 

Ik wens je heel veel succes!